Financieel meerjarenperspectief

Het meerjarenperspectief op basis van eerder genomen besluiten en het bestaande beleid is geactualiseerd en in dit hoofdstuk uiteengezet. In deze kadernota is een aantal soorten ontwikkelingen opgenomen. Het gaat hier over de autonome en exogene ontwikkelingen, nieuw beleid, slagkracht Leidschendam-Voorburg, effecten van eerder genomen besluiten, volume-ontwikkelingen en loon- en prijsontwikkelingen.

Onderstaand een korte toelichting voor de exogene en autonome ontwikkelingen, nieuw beleid en intensivering en Slagkracht Leidschendam-Voorburg.

Exogeen en autonoom

Er is sprake van een exogene of autonome ontwikkeling bij nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving of bij ontwikkelingen waar de gemeente niet aan ontkomt. Er is dan geen vrijheid om zelf te bepalen of deze ontwikkeling wel of niet gefinancierd moet worden. De gemeente kan wel in bepaalde mate het kwaliteitsniveau bepalen. Exogeen of autonome ontwikkelingen kan de gemeente alleen zo goed mogelijk absorberen en daarbij de kosten beheersen. 

De meest significante posten betreffen de BUIG en de ICT-kosten. De ICT-kosten stijgen voornamelijk door de steeds strengere eisen aan informatiebeveiliging en de toenemende informatisering en automatisering. Zowel de post voor de civiele kunstwerken en oevers als de post voor de speelvoorzieningen komt voort uit onverwachte extra onderhoudslasten. Beide kostenposten zijn mede aanwijzing voor de verderop beschreven noodzaak om de wijze van het beheer van de openbare ruimte te verbeteren. Ook zien we het aantal bezwaren structureel oplopen en daarom is extra capaciteit nodig om de tijdigheid van de afhandeling te kunnen blijven waarborgen. De inwerkingtreding van de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) maakt het juridisch eenvoudiger om over de verschillende sociale werkvelden heen samen te werken. Hiervoor moet in de organisatie een aantal aanpassingen worden doorgevoerd. De schuldhulpverlening aan ondernemers is een voortzetting van een succesvolle coronamaatregel en is inmiddels een wettelijke opdracht van het Rijk.

Nieuw beleid en intensivering

Nieuw beleid en intensivering betreft zowel geheel nieuwe ontwikkelingen, als aanpassingen van bestaand beleid. Het gaat hierbij niet alleen om het maken van beleid, maar ook om de uitvoering van dit beleid. 

De benodigde middelen voor de uitvoering van het coalitieakkoord zijn in de programmabegroting 2022-2026 verwerkt, voor zover deze destijds bekend waren. In aanvulling daarop is er een aantal posten voor nieuw beleid. Voor participatie wordt in aanvulling op de middelen vanuit het coalitieakkoord voorgesteld een aantal extra initiatieven te bekostigen. De extra middelen voor eenzaamheidsbestrijding vloeien voort uit een verzoek van de raad en kunnen maar ten dele gedekt worden uit een uitkering van het Rijk. Voor digitalisering dienstverlening WIJZ en de musea is een eenmalig impuls nodig. Tot slot wordt uitvoering gegeven aan de motie over de speelplaats Gravin Catharinalaan.

Slagkracht Leidschendam-Voorburg

De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft veel en verschillende taken en verantwoordelijkheden.  Van het bieden van hulp en ondersteuning aan onze inwoners, tot het verzorgen van gebiedsontwikkelingen en het onderhouden van de openbare ruimte. Tegelijkertijd moet de gemeente inspelen op acute ontwikkelingen, zoals het verstrekken van energietoeslag, hulp aan gedupeerden van de kinderopvangtoeslag en het zorgen voor noodopvang voor vluchtelingen. Ondertussen komt er op de korte en langere termijn nog meer op de gemeente af aan nieuwe wetgeving en maatschappelijke opgaven. Dit alles vraagt steeds meer van de ambtelijke organisatie.  

Om al deze uitdagingen nu en in de toekomst het hoofd te kunnen bieden, wordt er doorgezet op het terugdringen van de administratieve last, op verdere digitalisering en het stellen van prioriteiten. Om acute capaciteitstekorten op belangrijke plekken in de organisatie terug te dringen, en tegelijkertijd te investeren in het strategische vermogen van de organisatie, is in 2020 door de gemeenteraad € 3 miljoen ter beschikking gesteld. Dit budget is onder andere ingezet voor tijdelijke versterking van beleid, uitvoering in het sociaal domein, woningbouwprojecten, corona en de extra bedrijfsvoering (IT, inkoop en financieel) die hiermee gepaard gaat. Een deel van deze inzet had een tijdelijke aard, het andere deel is na enige tijd geabsorbeerd binnen de reguliere budgetten en vacatureruimte. Deze inzet heeft positieve effecten gehad op het vermogen van de organisatie om de opgaven aan te gaan, maar ook het vermogen om de opeenvolgende – en onverwachte - crises beter aan te kunnen.  

Tegelijkertijd blijkt dat op andere plekken in de organisatie zich structurele ontwikkelingen voordoen die maken dat de beschikbare capaciteit onvoldoende is om alle verplichte en gewenste taken en opgaven adequaat in te vullen. Hier liggen de volgende drie hoofdontwikkelingen aan ten grondslag. 

De eisen aan beleid en beleidsontwikkeling veranderen 
Beleid wordt niet meer vanachter het bureau, in rustige omstandigheden ontwikkeld en veelal grotendeels uitgedacht door de landelijke wetgever. Bij het ontwikkelen van beleid is er steeds vaker sprake van grote onderlinge beïnvloeding tussen beleidsterreinen én een steeds grotere vervlechting met de opgaven van de omringende gemeenten. Denk bijvoorbeeld aan de regionale programmering van de woningbouw of in de openbare ruimte de samenhang tussen mobiliteit, natuur, klimaatadaptatie en energie. De opgaven in het ruimtelijk domein en het sociaal domein zijn bovendien steeds complexer geworden en hebben het karakter van een transitie, zoals de omslag naar een klimaatneutrale samenleving. Zulke transities vragen een nieuwe manier van beleid maken, zoals nu bijvoorbeeld ook de insteek is voor de Omgevingsvisie die in voorbereiding is. Dat maakt het ontwikkelen van goed beleid complexer en arbeidsintensiever. 

De terechte wens en noodzaak om bewoners en maatschappelijke partners beter te betrekken, maakt dat andere instrumenten en processen gebruikt worden die een groter beslag leggen op de beschikbare capaciteit. Ook wordt de gemeenten steeds vaker taken gegeven die in een wet zijn verankerd, maar van onvoldoende kaders zijn voorzien om de uitvoering goed en snel ter hand te kunnen nemen. De gemeente moet dan een grotere inspanning leveren om die kaders alsnog te ontwikkelen, bovendien steeds vaker in regionaal verband. Ad hoc opgedragen taken vanuit het Rijk komen ook steeds vaker voor, zoals het regelen van noodopvang voor vluchtelingen of het uitvoeren van de ToZo. Ook deze ad hoc opgedragen taken zijn vaak ook onvoldoende uitgewerkt en leggen extra druk op de organisatie. De toename van overgedragen taken, het beleidsmatig alsnog goed uitdenken van deze taken, tezamen met de noodzaak om bewoners en maatschappelijke partners goed te betrekken, creëert de noodzaak om de capaciteit voor beleid te versterken. Om deze redenen is het nodig om de beleidsafdeling op korte termijn te versterken.

ICT is een kritieke succes- en faalfactor geworden  
Om de gemeentelijke taken goed uit te kunnen voeren is goede ICT inmiddels net zo belangrijk geworden als goede mensen, goede kaders en voldoende budget. Dat is te zien in het groeiende applicatielandschap van de organisatie en de toename van het gebruik van data- en informatieproducten bij de ontwikkeling van beleid en de besturing van de organisatie. Bovendien groeit de organisatie, waardoor ook de kosten voor de basis-ICT (Microsoft-licenties, laptop en telefoon) hoger worden. De eerder genoemde toenemende complexiteit van taken en de omvangrijke administratieve verplichtingen vanuit de wetgever, maken dat ICT hard nodig is om het adequaat functioneren van bedrijfsprocessen te borgen. Het steeds groeiende takenpakket van de gemeente betekent nog meer ICT en meer mensen die deze ICT ontwikkelen, beheren en beveiligen. 

De werkprocessen worden complexer, waar ICT een steeds grotere rol in speelt. Deze werkprocessen worden hierdoor belangrijker, maar ook kwetsbaarder, wat een grote impact kan hebben op de dienstverlening aan bewoners en bedrijven. Bovendien leggen veel ICT-systemen persoonsgegevens van onze bewoners vast en is het onze verantwoordelijkheid deze persoonsgegevens goed te beschermen. De veranderende geopolitieke verhoudingen zijn een dringende extra reden om de beveiliging van de ICT goed te regelen. De wetgever acteert ook op deze ontwikkelingen en gaat wetgeving introduceren die structureel hogere eisen stelt aan informatiebeveiliging. Dit vergroot de noodzaak om de ICT-organisatie te versterken met mensen met verstand van informatiebeveiliging en met leveranciers van beveiligingsproducten en -diensten die ons ondersteunen bij het beveiligen van onze ICT. Dit leidt in deze kadernota tot voorstellen om de ICT-organisatie te versterken.

Ander beheer van de openbare ruimte nodig  
Een groot deel van de publieke infrastructuur is tenminste tientallen jaren oud. Het is over het algemeen degelijk gebouwd en goed onderhouden, maar het onderhoud aan deze oude infrastructuur wordt naar verhouding steeds duurder. Daar komt bij dat de eisen van deze tijd steeds meer knellen bij deze oude infrastructuur. Denk daarbij aan hogere veiligheidseisen, maatregelen voor verkeersmanagement, veranderende mobiliteitspatronen, het integreren van eisen voor duurzaamheid en klimaatadaptatie, en participatie van omwonenden. Hierdoor wordt bovendien het inkoopproces en het contractmanagement complexer en intensiever. 

De organisatie staat voor de opgave om meer maatschappelijke waarden mee te nemen in haar beheertaak en tegelijkertijd de kosten te beheersen. Daarvoor dient met name op tactisch en strategisch niveau stadsbeheer versterkt te worden, in de wetenschap dat op operationeel niveau vooralsnog de werklast niet vermindert. Het voorstel is om de organisatie te versterken.

Het gericht versterken van de organisatie langs de hierboven beschreven lijnen is nodig om ook op termijn te kunnen blijven voldoen aan onze wettelijke verplichtingen en om de dienstverlening aan onze inwoners, het beheer van de openbare ruimte en de inzet op specifieke beleidsonderwerpen op kwalitatief adequaat niveau te houden. Dit alles maakt het noodzakelijk om op de genoemde plekken de slagkracht van Leidschendam-Voorburg te versterken. Versterking op alle vraagstukken en met het allerhoogste ambitieniveau, is niet mogelijk.

Financieel meerjarenperspectief

Onderstaande tabel geeft de mutaties op het huidig financieel meerjarenperspectief weer, wat tot een geactualiseerd structureel begrotingssaldo leidt.

Financieel meerjarenperspectief

2024

2025

2026

2027

Uitgangspositie kadernota 2024-2027

3.942

8.218

-518

-4.942

Mutaties meerjarenperspectief:

Exogeen en autonoom

1.

Administratieve ondersteuning Bezwaar

-70

-70

-70

-70

2.

Civiele kunstwerken en oevers

-157

-172

-186

-235

3.

ICT-ontwikkelingen

-900

-950

-950

-950

4.

Rijksbudget BUIG

-1.696

-1.738

-1.788

-1.788

5.

Schuldhulpverlening ondernemers

-90

-90

-75

-75

6.

Speelvoorzieningen

0

-11

-21

-32

7.

Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams)

-50

0

0

0

Subtotaal

-2.963

-3.031

-3.091

-3.150

Nieuw beleid en intensivering

8.

Burgerparticipatie

-140

-140

-140

-140

9.

Digitalisering Werk & Inkomen, Jeugd en Zorg

-100

0

0

0

10.

Eenzaamheidsbestrijding

-27

-35

-35

-35

11.

Incidenteel flexibele ruimte

-150

0

0

0

12.

Motie Speeltuin Gravenwijk

0

-6

-6

-6

13.

Transitiesubsidie musea

-55

0

0

0

Subtotaal

-472

-181

-181

-181

Slagkracht Leidschendam-Voorburg

14.

Beleidscapaciteit Sociaal domein

-100

-100

-100

-100

15.

Expert Biodiversiteit

-100

-100

-100

-100

16.

Expert Mobiliteitstransitie

-100

-100

-100

-100

17.

Expert Planoloog

-100

-100

-100

-100

18.

ICT-ontwikkelingen personeel

-700

-700

-700

-700

19.

Professionalisering inkoop

-170

-170

-170

-170

20.

Teamleiderscapaciteit ruimtelijk beleid en advies

-115

-60

-60

-60

21.

Toekomstbestendig beheren

-200

-200

-200

-200

Subtotaal

-1.585

-1.530

-1.530

-1.530

Raadsvoorstellen en -brieven

22.

Decembercirculaire 2022

25

12

4

4

Subtotaal

25

12

4

4

Volume-ontwikkeling

23.

Aanpassen lastenbudgetten aan volume-ontwikkeling 2024

-137

233

41

-274

24.

Stelpost openbare ruimte

8

122

225

229

25.

Volume-ontwikkelingen gemeentefonds

226

-642

-167

609

Subtotaal

97

-287

99

564

Loon- en prijsontwikkeling

26.

Aanpassen batenbudgetten aan prijspeil 2024

2.048

2.082

2.094

2.094

27.

Aanpassen lastenbudgetten aan prijspeil 2024

-7.123

-7.157

-7.169

-7.169

28.

CAO-ontwikkelingen

-130

-130

-130

-130

29.

Loon- en prijscompensatie Gemeentefonds prijspeil 2024

5.075

5.075

5.075

5.075

Subtotaal

-130

-130

-130

-130

Effecten inversteringsplan

30.

Kapitaallasten 2024-2027

-31

-220

728

-51

Subtotaal

-31

-220

728

-51

Totaal mutaties meerjarenperspectief

-5.059

-5.366

-4.101

-4.474

Geactualiseerd meerjarenperspectief

-1.117

2.853

-4.619

-9.416

Correctie voor saldo incidentele baten en lasten

-1.553

-60

0

0

Structureel begrotingssaldo

436

2.913

-4.619

-9.416

Bedragen x € 1.000

Deze pagina is gebouwd op 10/20/2023 08:41:25 met de export van 10/18/2023 16:07:51